Opdracht 3: ja!? ... nee!?
Waar of niet waar? Zet een kruisje in de juiste kolom.
| waar | niet waar | |
| 1.Ik mag behangpapier in de container voor papier en karton gooien. | ||
| 2. Yoghurt- en dessertpotjes mag ik niet bij PMD gooien. | ||
| 3. Olie en vetten horen op de composthoop, want deze stoffen vergaan. | ||
| 4. Papier met lijm, nietjes, touw, plastic aan kan men niet recycleren. | ||
| 5. Koffiefilters mogen op de composthoop. | ||
| 6. Van 2000 drankblikjes in aluminium kan men een fiets maken. | ||
| 7. Plastic flessen worden gewassen en dan omgesmolten tot nieuwe producten. | ||
| 8. Gras mag ik naar het containerpark brengen. Maar ik zal hiervoor moeten betalen. | ||
| 9. Je moet bokalen reinigen voor je ze in de glasbak gooit. |